Functie: | Infrastructuur |
Ouderdom: | Romeinse Tijd en Vroege Middeleeuwen (12 v.Chr - 1000) |
Een voorde is een natuurlijke ondiepte op de kruising van een rivier/beek en een weg waarlangs men de overkant van de rivier/beek bereikte.
Voorden dienen om transport over een beek of klein riviertje mogelijk te maken. Het is ook de oudste manier om een weg een waterloop te laten kruisen. Een voorde trof men daar aan waar het water niet te diep was, en waar de bodem vlak en stevig was. Indien mogelijk werden ze verstevigd met stenen of takkenbossen. Ook mochten de op- en afritten niet te stijl zijn. Kenmerkend is verder dat voorden niet recht een waterloop ‘nemen’, maar dat ze in een S-bocht zijn aangelegd. Ook zien we een bundel van wegen vóór een voorde samenkomen, en nadien weer uitwaaieren. Naast grotere voorden die behoorden bij doorgaande landwegen, die nog herkenbaar zijn in plaatsnamen als Lichtenvoorde of Amersfoort, waren er talloze naamloze voorden, die vooral gebruikt werden door de boeren die op beide oevers grond hadden.