Functie: | Natuurbeheer & bosbouw |
Ouderdom: | Moderne Tijd (1800-1945) |
Een arboretum is een botanische tuin, waarin op systematische wijze (loof-)bomen zijn verzameld, voor de wetenschap of als verzamelobject.
Vaak zijn bomen verzameld uit de hele wereld. Arboreta zijn aangelegd door vorsten of rijke particulieren (bijvoorbeeld Gimborn in Doorn). Het wetenschappelijke aspect kreeg weldra de overhand. Aan het verzamelingaspect werden later ook reservaatdoeleinden verbonden. Later kregen ze ook een belangrijke wetenschappelijke functie. Vaak behoort er dan ook een herbarium bij, waar de specimen bewaard worden op basis waarvan een soort beschreven is. Een arboretum met een belangrijke verzameling coniferen of naaldbomen noemt men ook wel een pinetum. Wanneer in de verzameling ook andere planten dan bomen voorkomen, spreek je van een botanische tuin (Hortus botanicus).
Arboreta liggen in of bij universiteitssteden, op landgoederen of bij buitenplaatsen. Voorbeelden zijn te vinden in De Lutte, Rotterdam (Trompenburg), Oudenbosch, Hilversum (Blijdenstijn en Dr. Costerustuin), Utrecht (De Uithof) en Doorn (Van Gimborn). Het bekendste pinetum is de Schovenhorst, op de Veluwe bij Putten. Bekende botanische tuinen liggen in Amsterdam, Leiden, Haren en Wageningen.