Functie: | Waterbeheer |
Ouderdom: | Vroegmoderne Tijd (1500-1800) |
Een overlaat is een verlaagd gedeelte in een dijk (of andere waterkering), waarover het water van een rivier (of een meer of de zee), bij hoge waterstanden kan afvloeien.
Overlaten waren verlagingen in de dijk en dienden om het water bij zeer hoge rivierstanden af te leiden via speciaal daarvoor gecreëerde routes. Deze verliepen meestal parallel aan de rivier zelf. Het water werd verder stroomafwaarts weer op de rivier gebracht. Op deze manier werden grootschalige overstromingen vermeden. Soms werd een permanente dijkverlaging geconstrueerd, meestal aangelegd met een beschoeiing van rijshout en stenen. Soms werd voor een tijdelijke oplossing gekozen. Het verlaagde dijkdeel werd bij normale waterstanden gevuld met zand.
Overlaten kwamen vroeger veelvuldig voor in het rivierengebied. De Spijksche Overlaat, Lijmerse Overlaat en de Groene Rivier (allen in het Rijnstrangengebied) en de Beerse Overlaat langs de Maas zijn voorbeelden van overlaten. Ook langs de voormalige Zuiderzee kwamen overlaten voor.