Functie: | Waterbeheer |
Ouderdom: | Vroegmoderne Tijd (1500-1800) |
Een molengang is een groep molens op een rij die als taak hadden een meer droog te malen en droogmakerijen droog te houden.
Molengangen bestaan uit meerdere molens die op verschillende hoogtes staan. Reden hiervoor is dat de schepraderen van poldermolens niet diep genoeg konden om een meer droog te malen (maximale opbrenghoogte was ca.1,50 m) . Om dit probleem te overbruggen werden molens achter elkaar zet, waarbij het water in boezems steeds een trapje hoger gemalen werd, totdat het water uiteindelijk in een ringvaart uitgeslagen kon worden. Grote meren zoals de Beemster, Purmer en Schermer in Noord-Holland zijn op die manier drooggelegd. Met de komst van vijzels konden molens een grotere afstand overbruggen en konden delen van molengangen ontmanteld worden. Uiteindelijk zouden gemalen het eind betekenen van veel molengangen.
Molengangen vindt/vond men vooral in de polderlandschappen van Noord en Zuid-Holland. Hoewel de meesten verdwenen zijn, zijn er nog een aantal intact gehouden.
Vanaf heden is het niet langer mogelijk om leestekens via de website aan te passen. Voor eventuele wijzigingen en suggesties, neem contact op met de beheerder van deze website.