Berceau.
Functie: | Infrastructuur |
Ouderdom: | Vroegmoderne Tijd (1500-1800) |
Een loofgang is een met een loofgewelf overdekt wandelpad.
Een loofgang vormde vooral een sierelement in stijltuinen uit de Renaissance, Barok of Roccocoperiode, in een tijd dat het voor adellijke dames mode was er zo wit mogelijk uit te zien. Door de loofgang kon men buiten wandelen en buiten de zon blijven. Ze zijn gesnoeid als uiting van vakmanschap en geven beschutting tegen zon, regen of wind. Boomsoorten als haagbeuk, vruchtbomen als peer of druif, of rozen werden daartoe over een latwerk van hout of smeedijzer geleid.
Loofgangen komen verspreid over heel Nederland voor op buitenplaatsen en landgoederen. Een ander woord voor loofgang is berceau; in Zuid-Nederland worden loofgangen van haagbeuk charmille genoemd (‘charme’ is Frans voor haagbeuk).