Functie: | Industrie & bedrijvigheid |
Ouderdom: | Vroegmoderne Tijd (1500-1800) |
Een eekschillersputje is een kleine kuil waarin eekschillers stonden om niet te hoeven bukken bij het schillen van de eikenstammetjes.
Eekschillersputjes stammen uit de tijd dat eikenschors werd gebruikt als grondstof voor de leerlooierij. In het voorjaar werden niet al te grote stammetjes eik gekapt en naar de eekschillersput gebracht. Vaak kwam het hout uit hakhoutpercelen dat speciaal voor dit doel was aangeplant. In de put bewerkte de eekschiller de stammen met een speciaal gereedschap waarna de schors gemakkelijk van de stam gehaald kon worden. De schors werd verzameld en geperst om het looimiddel eruit te halen. Het overgebleven hout was prima brandhout en werd veel door bakkers gebruikt. Aan het begin van de twinstigste eeuw kwamen syntetische looistoffen in omloop en verdween de noodzaak van eekschillers.
Eekschillersputjes waren ooit door heel Nederland te vinden, maar voornamelijk in de zandlandschappen.