Netsteede.
Functie: | Industrie & bedrijvigheid |
Ouderdom: | Volle en Late Middeleeuwen (1000-1500) |
Een tocht is een open plek in het bos die speciaal is gekapt om vangnetten op te hangen ten behoeve van de jacht op houtsnippen.
Houtsnippen kwamen in Nederland in de trektijd veel voor. Ze benutten in het bos de beboste plekken om voedsel te zoeken en er te rusten. Voor het vliegen zoeken ze de open plekken op. De vroege vogelvangers hebben daarvan geprofiteerd door op die plaatsen grote vliegnetten, zogenaamde vlouwen, op te hangen. De houtsnippen die over de boomtoppen kwamen aanvliegen en de open plek in doken, raakten in de vlouwen verward en konden dan door de vogelvanger worden gepakt. Omdat er niet altijd voldoende open plekken waren in het bos, werden die soms gekapt. In Holland raakten de bossen door het kappen van deze Tochten zo beschadigd, dat men de houtsnippenvangst verbood.
"Naast de houtsnippenvangst in Holland werd er ook op de Veluwe houtsnippenvangst beoefend. Onder meer in het Wekeromse bos en in het Edese bos. In het Edese bos waren in de 17de en 18de eeuw meerdere open plekken gehakt. Men noemde ze daar ""netsteeden""; plaatsen (steeden) dus waar een net hing. Ze werden vernoemd naar degene die er de vogels ving; bijvoorbeeld ""Scholtis Otters netstede"". Ook de bossen van Gaasterland zijn vanouds bekend om de spectaculaire houtsnippenvangst."
Heeft u een foto van dit element dat u wilt delen? Neem contact met ons op! We zijn altijd op zoek naar beeldmateriaal.