Functie: | Wonen |
Ouderdom: | Volle en Late Middeleeuwen (1000-1500) |
Een bakhuisje is een afzonderlijk gebouwtje bij de boerderij, waarin de boeren hun eigen brood bakten of veevoer kookten.
Boerderijen hadden vaak vele afzonderlijk van het hoofdgebouw gelegen bijgebouwen. De afzonderlijke ligging van een bakhuisje ten opzichte van de boerderij is te verklaren uit voorzorg tegen brandgevaar voor het woonhuis en bedrijfsgebouw. Nadat het broodbakken steeds meer beroepswerk werd, raakten veel bakhuisjes in verval. In sommige streken begon dit proces al in de achttiende eeuw, in andere werden nog in de negentiende eeuw nieuwe bakhuisjes gebouwd (vaak volgens een vast ontwerp) en begon het verval pas in de twintigste eeuw. Soms kregen bakhuisjes een woonbestemming voor de armste bevolkingsgroepen.
Bakhuisjes bevinden zich verspreid over geheel Nederland. In Limburg worden ze bakhus of bakkes genoemd, in Zeeland bakkeet.