Dobbe, Fles, Veentje.
Functie: | Waterbeheer |
Ouderdom: | Vroege en Late Prehistorie (< 4900-12 v.Chr) |
Een ven is een laagte op de pleistocene zandgronden (vroeger vooral in heidevelden), rond of langgerekt, gevuld met voedselarm water. De meeste vennen hebben een ondoorlatende bodem.
Vennen kunnen zijn ontstaan uit een pingo, door uitvening of door uitstuiving. Er zijn twee typen te onderscheiden. De vennen met een ondoorlatende laag (leem- of oerbank) in de bodem hebben een schijngrondwaterspiegel. Het andere type blijft met water gevuld via een beekje of via het grondwater.
Vennen komen voor in de zandgebieden van Noord-, Oost-, en Zuid-Nederland. Zij staan ook bekend als vlaas, flaas, fles, vlas, vlies en floss en als ze ’s zomers droogvallen als bleek.